stokoud
maar toch levend(ig)
Schuttersgilden bestaan al heel lang. Ons gilde bestond zeker al voor 1439. In het boek "Charters en Geschiedkundige Bescheiden betrekkelijk het Land van Ravenstein" van Dr. C.R. Hermans wordt verwezen naar een oude acte waarin is vermeld dat op Barbaradag 4 december 1439 gegoede burgers de eed van trouw kwamen hernieuwen op het kasteel. Het hernieuwen van de eed op 4 december vindt overigens ook nu nog steeds jaarlijks plaats. En voor onszelf natuurlijk ook fijn om te weten dat gildebroeders en -zusters worden beschouwd als 'gegoede burgers'.
Maar tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling die afgelopen mei plaatsvond, kwamen we er achter dat het Museum Mayer van den Bergh in Antwerpen een gildeketen bezit die wordt toegewezen aan het Ravensteinse Sint Barbara Gilde. Zij vermelden daar verder nog bij dat het gilde is opgericht in 1349. Dat zou best waar kunnen zijn, want ons gilde is opgericht tijdens een pestepidemie. De 'Zwarte Dood' is de epidemie die van 1347 tot 1351 in Europa woedde, waarbij de pest in 1349 Zuid-Nederland bereikte. Na 1351 dook de pest hier en daar weer op, maar zwaardere epidemieën waren vooral in de grote steden. En Ravenstein is niet zo groot. Het is dus zeer aannemelijk dat het gilde in 1349 is opgericht. Het gilde is in dat geval zelfs ouder dan Ravenstein, waaraan 1360 als ontstaansjaar wordt toegekend.
Dit roept natuurlijk vragen op. Onze eigen historicus, erebroeder Wout Heessen, ziet het allemaal niet meer zo goed, dus in de archieven duiken, wordt voor hem steeds lastiger. Tijd dus om andere historici uit Ravenstein en Huisseling in te schakelen. Joost Vlemmix en Jeroen Arts zien wel aanknopingspunten en hopelijk kunnen die twee speurneuzen echte bewijsstukken boven tafel krijgen. We wachten met smart op hun bevindingen, maar tot het tegendeel is bewezen, zeggen we wel gewoon dat we (waarschijnlijk) al in 1349 zijn "geboren" en zonder onderbreking hebben "geleefd". En dat betekent dat we dit jaar dan al 675 jaar oud zijn, stokoud dus.
Gebreken komen met de jaren, maar dat deert ons niet. We passen ons aan en gaan vrolijk verder én hopen nog enkele eeuwen meer een levend(ig) gilde te blijven.